De Artiest


Benjamin David Goodman, geboren 30 mei 1909 - overleden 13 juni 1986, was een Amerikaanse jazz klarinettist en bandleider. Hij is ook wel bekend als de 'King of Swing'. 

Goodman leidde een van de meest populaire muzikale groepen in Amerika. Veel carrières van jazz muzikanten begonnen door Goodman's bands. Hij leidde ook een van de eerste interraciale jazz bands in een tijd van rassenscheiding. 

Vroege jaren

Goodman was geboren in een arm Joods gezin. Zijn vader kwam uit Warsaw (Polen) in 1892 naar Amerika. Zijn moeder kwam uit Kovno (Lithouwen). Goodman was het negende kind van totaal twaalf kinderen.

Op zondagen ging Goodman met zijn vader naar gratis concerten in Douglas Park. Dat was the eerste keer dat Goodman professionele live optredens meemaakte. Goodman's vader wilde zijn kinderen wat kennis en waardering geven voor de muziek, dus schreef hij Goodman en twee van zijn broers in voor muzieklessen bij de Kehelah Jacob Synagogue. Hij kreeg twee jaar lang les van Franz Schoepp en later kreeg hij lessen van James Sylvester bij 'the boys band'. 
In 1924 ging Goodman naar de Lewis Institute en speelde hij de klarinet in een dance hall band. 

Toen Goodman 17 was is zijn vader overleden door een passerende auto na het uitstappen van een tram. Dat was 'het trieste wat ooit gebeurt was in onze familie' zei Goodman. 

Carrière 

Goodman's vroege invloeden kwamen van New Orleans jazz klarinettisten die werkte in Chicago. Een paar voorbeelden zijn Jimmie Noone, Johnny Dodds, en Leon Roppolo. Hij leerde snel en werd daardoor snel een goede speler, waardoor hij ook weer snel in bands begon te spelen. Hij begon met zijn professionele carrière in 1921. In 1922 begon hij bij Harrison Technical High School in Chicago. In 1926 maakt hij zijn eerste opnames. 

Goodman verhuisde naar New York City en werd een muzikant voor de radio, Broadway musicals, en in studio's. Soms speelde hij niet alleen de klarinet, maar ook de altsaxofoon en baritone saxofoon. Hij heeft met artiesten zoals Glenn Miller, Tommy Dorsey, Joe Venuti, Red Nichols, Ben Selvin, Ted Lewis en Isham Jones samengewerkt in die tijd. 

Goodman bereikte de hitlijsten voor het eerst met 'He's Not Worth Your Tears' met zang van Scrappy Lambert. Na het tekenen met Columbia in 1934 kreeg hij top tien hits met 'Ain't Cha Glad', 'I Ain't Lazy', 'I'm Just Dreamin' gezongen door Jack Teagarden, 'OI' Pappy' gezonden door Mildred Bailey, en 'Riffin' the Scotch' gezongen bij Billie Holiday. 'Moonglow', opgenomen door een orkest met Benny Goodman, werd een nummer 1 hit en daar kwamen later nog top tien hits 'Take My Word' en 'Bugle Call Rag' bij. 

Daarna speelde hij een tijd met een band bij het radio programma 'Let's Dance', maar dat werd uiteindelijk geen succes en het programma moest stoppen door een staking van de medewerkers van de sponsor. 

Goodman heeft zes maanden opgetreden bij 'Let's Dance' en ondertussen had hij nog zes top tien hits opgenomen voor Columbia. 

Begin van Swing

21 augustus 1935 speelde Goodman en zijn band bij de Palomar Ballroom in Los Angeles. Na een onverschillige reactie op het eerste arrangement begon hij het tweede door Fletcher Henderson en Spud Murphy. Volgens Willard Alexander, de bands boekingsagent, Krupa zei: 'Als we sterven Benny, laten we dan sterven terwijl we ons eigen ding spelen.' Het werd uiteindelijk een groot succes en nieuws spreidde over de spannende muziek en het enthousiaste dansen. Het Palomar contract was zo'n groot succes dat het vaak wordt beschreven als het begin van het Swing tijdperk. Volgens Donald Clarke: 'Achteraf is het duidelijk dat het Swing tijdperk eraan zat te komen, maar het waren Goodman en zijn band die het begonnen.'

Helaas waren ze in Europa minder enthousiast. De Britste schrijver J.C. Squire had zelfs een klacht ingediend bij de BBC radio. Hij wilde dat ze stopte met het draaien van Goodman's muziek omdat hij de muziek 'een afschuwelijke reeks jungle geluiden die niemand in het hart raakt' vond. 

In November van 1935 werd Goodman's populariteit verstevigd met een nationale radio uitzending. Toen Goodman in Chicago was had hij 'If I Could Be with You, 'Stompin' at the Savoy', en 'Goody, Goody' opgenomen. Goodman heeft ook nog samen met Krupa in Fletcher Henderson's band gespeeld. Dat was waarschijnlijk de eerste raciaal gemixte big band die voor publiek speelde in de Verenigde Staten. 

In radio uitzendingen van 1935-1936 werd Goodman geïntroduceerd als de 'Rajah of Rhythm.' Krupa werd de 'King of Swing' genoemd als deel van een verkoopcampagne, maar toen Goodman en zijn crew 'The Big Broadcast of 1937' gefilmd hadden in Hollywood, werd Goodman door de media 'King of Swing' genoemd.  

Carnegie Hall Concert

Zie de pagina 'Het Album' voor meer info.

Charlie Cristian

Tussen 1939 en 1941 speelde Charlie Cristian mee in het Sextet van Goodman met een elektrische gitaar. Goodman was eerst helemaal niet geïnteresseerd in de elektrische gitaar en vond Christian maar niks, maar Hammond voegde Christian in de band tijdens een pauze bij een concert in Beverly Hills. Goodman begon 'Rose Room' te spelen, denkend dat Christian het niet kende, maar zijn optrede maakte indruk op iedereen. 
In de tijd dat Christian bij het Sextet zat maakte hij de elektrische gitaar populair in de Jazz. 

Eind van Swing

In de late jaren '30 zette Goodman zijn succes voort met zijn big band, trio en quartet, en het sextet gevormd in 1939. Goodman ging weer terug naar Columbia Records en John Hammond, zijn toekomstige schoonbroer, produceerde het meeste van zijn sessies. 

In het midden van de jaren '40 begonnen big bands echter minder populair te worden en aan het eind van de jaren '40 was swing niet meer de dominante stijl van jazz muzikanten. 

Bebop

Omdat swing minder populair werd ging Goodman met andere stijlen experimenteren. Zo begon hij met een bebop band met Buddy Greco, Zoot Sims, en Wardell Gray. Hij consulteerde met Mary Lou Williams hoe hij de muziek van Dizzy Gillespie en Charlie Parker kon benaderen. Pianist Mel Powell gaf ook advies in 1945. Goodman vond bebop leuk en wanner hij Thelonious Monk hoorde zei hij: 'Ik vind het leuk, ik vind het erg leuk. Ik vind het stuk leuk en ik hou van de manier waarop hij het speelde ... Ik denk dat hij gevoel voor humor heeft en dat hij daar een aantal goede dingen heeft.' Hij bewonderde ook klarinettist Stan Hasselgard. Maar Goodman ging toch weer terug naar zijn swing band na een jaar bebop, want dat wist hij het beste. In 1953 zei hij: 'Misschien heeft bop al jaren meer gedaan om muziek terug te zetten dan wat dan ook ... In feite is het helemaal verkeerd. Het is niet eens de  kennen ... Bop was voornamelijk publiciteit en mensen die bepaalde invalshoeken bekijken.'

Klassieke muziek

Na de bebop heeft Goodman nog met klassieke muziek dingen gedaan, maar omdat dit ver na de tijd van het album komt zal ik het er hier niet over hebben. 

Daarna

Goodman bleef vooral swing spelen in kleine groepjes, maar hij oefende en voerde ook klassieke stukken uit voor de klarinet. Ondanks gezondheidsproblemen bleef Goodman spelen tot aan zijn dood in 1986 door een hartaanval. Hij overleed in Manhattan House en was 77 jaar oud.  

Privé leven

Een van de beste vrienden van Goodman was Columbia producer John Hammond. Hij heeft Goodman overgehaald van Victor naar Columbia te gaan. Goodman trouwde met Hammond's zus, Alice Frances Hammond Duckworth (1913-1978), op 20 maart 1942. Ze hadden twee dochters samen en nog drie dochters uit een eerder huwelijk van Alice. Goodman's dochter Rachel werd een klassieke pianist en trad soms op met hem. 

Goodman en Hammond hadden vanaf de jaren dertig meningsverschillen. Hammond had voor de 1939 Spirituals to Swing concert Charlie Christian in de Kansas City Six geplaatst, waar Goodman alles behalve blij van werd. Het werd erger en Goodman begon niet meer te luisteren naar Hammond. Uiteindelijk was het zo erg dat Hammond Columbia verliet in 1941. Nadat Alice Goodman overleed maakte ze het goed met elkaar en op 25 juni 1985 verscheen Goodman voor 'A Tribute to John Hammond'.

Goodman werd door sommigen beschouwd als een veeleisende leermeester, door anderen als een arrogante en excentrieke martinet. Veel muzikanten spraken over 'The Ray': de staar die Goodman richtte op een muzikant die niet naar zijn standaarde presteerde. Nadat gitarist Allan Reuss Goodmans ongenoegen had opgelopen, degradeerde Goodman hem naar de achterkant van de band, waar zijn bijdrage zou worden vervaagt door de andere muzikanten. Vocalisten Anita O'Day en Helen Forrest spraken bitter over hun ervaringen met Goodman: 'De twintig of zo maanden die ik met Benny doorbracht, voelden als twintig jaar', zei Forrest. 'Als ik terugkijk, leek het een levenslange gevangenisstraf.' Hij was vrijgevig en financierde verschillende universitaire opleidingen, maar altijd in het geheim. Toen een vriend hem vroeg waarom, zei hij: 'Nou, als ze het wisten, zou iedereen met hun hand naar me toekomen.'

Goodman hielp raciale integratie in Amerika. Begin jaren dertig konden zwart-witte muzikanten niet samen spelen in de meeste clubs en concerten. Goodman huurde Teddy Wilson in voor zijn trio en voegde vibrafonist Lionel Hampton toe aan zijn kwartet. In 1939 huurde hij gitarist Charlie Christian in. Deze integratie in muziek vond plaats tien jaar voordat Jackie Robinson de eerste zwarte Amerikaan werd die in de Major League Baseball kwam. 'Goodmans populariteit was zodanig dat hij financieel stand kon houden zonder naar het zuiden te reizen, waar hij zou zijn gearresteerd wegens overtreding van de wetten van Jim Crow.' Volgens Jazz door Ken Burns, wanneer iemand hem vroeg waarom hij "speelde met die neger" (verwijzend naar Teddy Wilson), antwoordde Goodman, 'Ik zal je knock-out slaan als je dat woord weer om me heen gebruikt.'

Op 25 juni 2019 maakte The New York Times Magazine bekend Benny Goodman een van de honderden was wiens materiaal van vernietigt was in de brand van Universal in 2008.

Albums

  • Benny Goodman and the Giants of Swing (Prestige, 1929)
  • Swinging 34 Vols. 1 & 2 (Melodeon, 1934)
  • Original Benny Goodman Trio and Quartet Sessions, Vol. 1: After You've Gone (Bluebird, 1935)
  • Stomping at the Savoy (Bluebird, 1935)
  • Air Play (Doctor Jazz, 1936)
  • Roll 'Em, Vol. 1 (Columbia, 1937)
  • Roll 'Em, Vol. 2 (Columbia, 1937)
  • From Spirituals to Swing (Vanguard, 1938)
  • The Famous 1938 Carnegie Hall Jazz Concert Vols. 1-3 (Columbia, 1938)
  • Mozart Clarinet Quintet, with the Budapest String Quartet (RCA Victor, 1938)
  • Ciribiribin (Giants of Jazz, 1939)
  • Swingin' Down the Lane (Giants of Jazz, 1939)
  • Featuring Charlie Christian (Columbia, 1939)
  • Eddie Sauter Arrangements (Columbia, 1940)
  • Swing into Spring (Columbia, 1941)
  • Benny Goodman Sextet (Columbia, 1944)
  • Undercurrent Blues (Blue Note, 1947)
  • Swedish Pastry (Dragon, 1948)
  • Session for Six Capitol, 1950
  • The Benny Goodman Trio Plays (Columbia, 1951
  • Goodman & Teagarden Jazz Panorama, 1951
  • Easy Does It Capitol, 1952
  • Benny at the Ballroom (Columbia, 1955)
  • BG in Hi-Fi (Capitol, 1955)
  • Mozart Clarinet Concerto with the Boston Symphony Orchestra (1956)
  • Mostly Sextets Capitol, 1956
  • The Great Benny Goodman (Columbia, 1956)
  • Peggy Lee Sings with Benny Goodman (Harmony, 1957)
  • Benny Rides Again (1958)
  • Benny Goodman Plays World Favorites in High Fidelity (1958)
  • Benny in Brussels Vols. 1 and 2 (Columbia, 1958)
  • In Stockholm 1959 (Phontastic, 1959)
  • The Benny Goodman Treasure Chest (MGM, 1959)
  • Benny Goodman in Moscow (RCA Victor, 1962)
  • London Date (Phillips, 1969)
  • Benny Goodman Today (London, 1970)
  • This Is Benny Goodman (RCA Victor, 1971)
  • Benny Goodman - A Legendary Performer (RCA, 1977)
  • Benny Goodman Live at Carnegie Hall: 40th Anniversary Concert (1978)
©2020 SOUNDOG Studio / Geen drumsticks werden gebroken bij het maken van deze site.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin